Terwijl ik eigenlijk andere dingen moet doen, bijt ik toch mijn hoofd stuk over deze column lieve lezer. Waarschijnlijk voortkomend uit enig gevoel van schuldigheid jegens onze lieftallige secretaris. Haar had ik namelijk beloofd om te beginnen met het schrijven van columns in het nieuwe jaar. Wat betreft dit goede voornemen heb ik dus al volledig verzaakt. Enfin, we schrijven 9 januari en ik ben al bezig met het schrijven voor de nieuwsbrief van februari, dan herstel ik mezelf wel goed toch? Toen ik aan Simone vroeg wat ze zoal in een column wenste, kreeg ik als antwoord: “eigenlijk mag alles, zolang het maar een beetje met Pulse of geneeskunde te maken heeft.” Ik vraag mij af of zij deze carte blanche nog gaat betreuren in de toekomst. We zullen zien…
In den beginne waren er een tweetal mensen rondstruinend in een tuin vol eindeloze, reine schoonheid. Zij waren van alle levensgemakken voorzien en kenden vrijwel geen limieten op iets wat latere exemplaren van dezelfde soort vrijheid zouden gaan noemen. Er was echter één limiet. Hen werd opgelegd de sappige vruchten in serene rust hangend aan een boom, met rust te laten. Men zou kunnen stellen dat dit niet zo moeilijk zou zijn, maar een verbod heeft maar weinig nodig om tot verlangen te verworden. De rode vrucht werd geconsumeerd en de vrouw stierf een noodlottige dood in het almachtige hof van Eden. Haar echtgenoot vroeg zich af of hij niet iets had kunnen doen om dit noodlot te voorkomen… En zo lieve lezer, werd de geneeskunst geboren.
Jaren vlogen voorbij en generatie na generatie boog zich over het vraagstuk geleverd door de gemeenschappelijke voorvader. Kan een mens genezen worden? En hoe zou men dit moeten doen? In het oude Griekenland bood een wijs man antwoord en zijn wijsheden zullen tot op de dag van vandaag en morgen bewaard blijven. De lessen van Hippocrates werden echter veel te lang genegeerd en de mensheid wees de disbalans in het menselijke lichaam toe aan de woede van een onbegrepen bovenmenselijke kracht. Dit leek eindeloos te duren, totdat zij aankwam. Vrouwe Renaissance liet nieuwe kennis bloeien tot het woekerde van studies over de kracht, of het gebrek daarvan, binnen de mens. Wederom vlogen jaren voorbij.
De kunde van de mensheid werd groots, zo groot dat het mogelijk was om in de kleinste dingen te kijken. Kunde wordt knudde mits niet overgebracht. Informatie werd daarom opgeslagen in geschriften voor nieuwe generaties totdat de hunkering ontstond naar instituten speciaal in het leven geroepen voor het bestuderen van zulke geschriften. Dergelijke instituten puilden overal uit de grond, behalve in het hartje van het bourgondische leven, waar de tijd ogenschijnlijk had stilgestaan. Tot, eindelijk… deze stad ook van een dergelijk kennisinstituut voorzien werd om de schat van de geneeskunde immer door te geven aan nieuwe generaties. Deze nieuwe generaties kwamen van heinde en verre en van om de hoek naar het zuiden en institutionaliseerden zich binnen het instituut.
Een vereniging voor studenten van de geneeskunst ontstond, daar deze studenten niet louter van kennis maar ook van gezelligheid voorzien dienden te worden. Deze vereniging bloeide niet anders dan de geneeskunde in de oudheid en de renaissance, tot de voelbaar pulserende kracht die wij vandaag voelen. Aan jou nu de oproep lieve lezer, om onderdeel te zijn van dit prachtige verhaal. Draag bij aan de kracht van onze mooie vereniging om deze van de gezelligheid in de vorm van feestjes, (ski)reisjes, pubquizzen, onderwijsavonden, carrièredagen, voetbaltoernooitjes en weekendjes te voorzien.
Wil je dus onderdeel zijn van dit wonderlijke verhaal? Kom dan naar de commissie interesseborrel op 29 februari. En mocht je nu na dit betoog nog steeds geen zin hebben in een commissie maar wel de briljante geest of doorgedraaide gek (smaken verschillen) achter dit stuk willen ontmoeten? Maak je dan geen zorgen. Ik zal er ook zijn de 29e. Tot dan.