In zijn debuut als columnist bij onze mooie vereniging vond Rami Arkwazi zijn inspiratie in Heerlen. Uit zijn bijdrage haal ik op mijn beurt inspiratie op. Rami beschreef gebeurtenissen die zich in deze stad op regelmatige basis voordoen. Een stad geteisterd door een alsmaar verslechterend imago, wanhopig op zoek naar een identiteit die toekomstperspectief biedt zonder het beeld van het verleden los te laten. Want historie, dat heeft deze stad wel degelijk. Dat heeft deze hele regio… En daar zijn te weinig mensen bewust van. De mijlpaal 50 jaar mijnsluiting en het alsmaar negatieve beeld wat men over Oost-Limburg heeft, gaven mij aanleiding om jullie kennis eens bij te spijkeren. Een stukje geschiedenis voor de geïnteresseerde die verder wilt kijken. Ga er maar eens goed voor zitten, misschien heb je er nog wat aan voor een gesprekje met een patiënt tijdens een coschap in de Mijnstreek.
De regio Parkstad wordt beschouwd als een zorgenkindje. Wellicht heb je er wel eens van gehoord of het van dichtbij meegemaakt. Armoede en sociale kwetsbaarheid leiden tot enorme problematiek. Hiertoe behoort niet alleen de criminaliteit die veelvuldig in het nieuws komt, maar zonder meer ook de enorme gezondheidsachterstand waar deze regio mee te maken heeft. Keiharde cijfers zijn de gemiddelde levensverwachtingen die in alle gemeentes in de regio een stuk lager liggen dan het landelijk gemiddelde. Wie in Heerlen-Noord geboren wordt, moet in de wieg al ongeveer 6 levensjaren inleveren ten opzichte van het landelijk gemiddelde. Dit zijn cijfers die wij, als gezondheidszorg in het algemeen en als individuele bevorderaar, absoluut niet mogen negeren. Men kan hierdoor wel enigszins begrijpen dat de beoogde lateralisatie van intensieve ziekenhuiszorg naar Sittard, een sentimentele klap is voor deze achtergestelde regio.
Maar waar komen deze enorme verschillen eigenlijk vandaan? En hoe heeft een hele regio binnen 50 jaar haar trotse bezieling deels verloren? Het antwoord is uiteraard veel langer dan de plek die ik hier tot mijn beschikking heb. Noch bezit ik over de kennis om een volledig beeld te schetsen. Maar laat ik toch eens mijn best doen om een kort overzichtje te geven…
Eind 1965 werd aangekondigd dat de steenkoolwinning in Zuid-Limburg zou stoppen. De industrie werd niet meer rendabel geacht en bovendien vond men in kernenergie en het recent ontdekte gasveld in Groningen een betere energiebron. Het zou nog tot 31 december 1974 duren voordat de laatste kolen in Limburg naar boven werden gehaald. De eer was aan de Oranje-Nassau mijn in Heerlen. Direct na de sluiting begon men duchtig met het slopen en neerhalen van alle bouwwerken die de mijncomplexen rijk waren; schachten, koeltorens en nutsgebouwen werden met de grond gelijk gemaakt. D’r lange jan, een 135 meter lange schoorsteen, ooit de langste in zijn soort en bezongen door lokale volkszanger Wiel Knipa,moest ook plaats maken. Samen met zijn nóg grotere maar jongere zus lange Lies vormde hij een boegbeeld van de stad en het mijnwerkersleven in het algemeen. De fiere torens maakten plaats voor een grote leegte in de stad, maar die leegte was niets vergeleken met de leegte in de harten van haar inwoners
Het idee was dat men door de sloop met een frisse blik vooruit kon kijken naar een nieuw tijdperk voor de regio. “Van zwart naar groen”, luidde het motto. Hieruit komt ook de huidige naam van de streek (Parkstad) voort. Echter is men er inmiddels achter dat deze sloop geen verstandige zet is geweest. Wie over de grens kijkt ziet dat de voormalige mijnen in Blegny, Genk en Maasmechelen nog fier rechtop staan. Als industrieel erfgoed trekken zij jaarlijks vele bezoekers. Het erfgoed is in Zuid-Limburg jammer genoeg weggevaagd. Een van de weinige herinneringen betreft schacht II van Oranje Nassau; duidelijk zichtbaar met de grote oranje letters ‘ON’ op het dak, wanneer je met de trein Heerlen binnenrijdt.
De gebouwen zijn dus grotendeels verdwenen, maar de mensen natuurlijk niet. Want wat gebeurde er met al dat ondergronds- en bovengronds personeel die door zwarte kolen hun wit brood konden kopen? De belofte was dat er vanuit de overheid stimulatie zou komen voor andere werkvoorzieningen en dit gebeurde ook. Grote industrie werd in Zuid-Limburg gevestigd, soms nog tot op de dag van vandaag zichtbaar. Het grootste voorbeeld was de oprichting van een groot chemieconcern onder de vlag van het oude staatsmijnbedrijf. DSM dankt haar afkorting aan de staatsmijnen. Ironisch genoeg bevindt het hoofdkantoor zich heden ten dage aan de voet van de Wilhelminabrug in Maastricht. Met pijn in het hart van de Heerlenaar.
De komst van de industrie bleek de klap niet voldoende te verzachten. Mede door de gevolgen van de oliecrisis in de jaren 70 zaten veel voormalig mijnwerkers voor de tweede keer in korte tijd zonder werk. Dit bleek het startschot voor problematiek die generaties zou duren. We zitten inmiddels al bij generatie vier (!). Men voelde zich in de steek gelaten door de overheid, die werkplekken had weggenomen en de regio voorgoed had veranderd door haar identiteit letterlijk en figuurlijk te slopen.
Wat volgde was armoede, veel armoede. De gevolgen zijn dan logisch te bedenken: sociale instabiliteit en kwetsbaarheid, drugsproblematiek en criminaliteit. Heerlen veranderde van een trotse, rijke industriestad binnen enkele jaren tot een drugsstad. Dit is de laatste twee decennia aanzienlijk verbeterd nadat de problematiek in de jaren 90 haar hoogtepunt bereikte.
En zo, raakte een streek steeds verder achter. Met de stagnerende sociaaleconomische welvaart stagneerde ook de levensverwachting.
Hierbij wil ik wel de kanttekening maken dat de gemiddelde levensverwachting al niet zo hoog was. Dit is niet moeilijk voor te stellen wanneer je bedenkt dat mannen hun longen jarenlang ondergronds letterlijk tot stof gewerkt hebben.
Is er dan geen hoop meer voor deze gekwelde regio? Zo vaak achtergesteld en veracht… Misschien komt zij deze klap nooit volledig te boven, steeds terug dolend in een glorieuze tijd die ooit was. Maar, in tegenstelling tot vroeger, wordt nu wel ingezien dat problematiek bij de kern aangepakt moet worden. Die kern is de wieg die ik eerder beschreef. Kansen moeten a priori zo veel mogelijk gelijk getrokken worden. Dit is iets waar bijvoorbeeld in het Nationaal Programma Heerlen Noord aan gewerkt wordt. Een bundeling van overheid en maatschappij ondersteund door een ontzettend grote zak geld met als doel onder ander de gezondheidsachterstand in te halen. Lijkt je dit interessant? Neem eens een kijkje op de website https://www.heerlen-noord.nl/over-nphln/. Wie weet word je, net als ik, nieuwsgierig naar hoe dit zal aflopen. Of een achterstand zo groot als deze daadwerkelijk ingehaald kan worden.